En daar zat hij dan een maand thuis op de bank te huilen, in zak en as, verteerd door liefdesverdriet, alleen zijn hondje Tammy kon hem nog troosten. Toen de Amsterdamse singer-songwriter – vijfentwintig inmiddels, ‘The Shape I’m In’ is zijn vierde album- werd verlaten door de vrouw die hij als zijn ‘Queen Of Hearts’ beschouwde, voelde hij zich alsof hij tegen een muur aan knalde. Correctie, tegen een spiegel.
Liedjes als Let You Go, Consider, I’ll Be There, Running Around en de hartverscheurende ballad I Do, gezongen samen met Jacqueline Govaert… ze staan allemaal in het teken van de hoofdthematiek van het album. Gefnuikte liefde, eerlijkheid en pijnlijke zelf confrontatie. En daaruit voortvloeiend: zelfrelativering. Zoals hij zingt in Running Around: ‘Only the biggest loss can make you feel so small.’
Succes en status, alles wat er bij komt kijken, het is uiteindelijk louter Make Believe, zoals Douwe Bob in het gelijknamige nummer verkondigt. ‘Ik denk vaak: “Is dit de essentie van het leven? Wat stelt het nou echt voor?” Op een gegeven moment besef je dat je niets meer waard bent dan een mier of een bij. Eigenlijk is dat een zeer bevrijdend inzicht.’
Voor het eerst had Douwe Bob meer gegeven om een vrouw dan om zijn muziek. ‘Dat had ik nog nooit meegemaakt. Als zo’n belangrijke relatie wegvalt is dat een hele heavy gewaarwording. Als singer-songwriter rest je dan maar één ding. Teruggrijpen naar wat blijkbaar je enige echte liefde is, de gitaar.’